Een vrij groot deel van de (aankomende) studenten van hbo- en universitaire opleidingen blijkt in hun vooropleiding qua taalvaardigheid Nederlands onvoldoende te zijn toegerust. Tijdens hun opleiding worden zij – en hun docenten en begeleiders – vaak geconfronteerd met ontbrekende kennis en vaardigheden.
Het is belangrijk om in een zo vroeg mogelijk stadium die studenten te selecteren en deficiĆ«nties in kaart te brengen. Dit kan voortslepende problemen in het vervolg van hun opleiding voorkomen. In de praktijk blijkt voor veel studenten ‘de stok achter de deur’ van een taaltoets tijdens de opleiding (met eventueel hertoetsing) nodig om hen te laten werken aan de noodzakelijke verbetering van hun taalvaardigheid.
Het is natuurlijk aan de onderwijsinstelling of opleiding om de status van zo’n taaltoets vast te leggen in de onderwijs- en examenregeling.